Nokia 7210 Supernova - Beveiliging

background image

Beveiliging

Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden

beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste

nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer

draaien.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en maak een keuze uit de

volgende opties:
PIN-codeaanvraag of UPIN-codeaanvraag — om iedere keer wanneer de

telefoon wordt ingeschakeld om uw PIN- of UPIN-code te vragen. Bij sommige

SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN2-code niet worden uitgeschakeld.

PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code is vereist wanneer

een bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt die met de PIN2-code is

beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN2-code niet

worden uitgeschakeld.

Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te beperken

(netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.

Vaste nummers — om uitgaande oproepen te beperken tot geselecteerde

telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Als de functie

Instellingen

© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

39

background image

Vaste nummers is ingeschakeld, zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve

bij het verzenden van tekstberichten via een GPRS-verbinding. In een dergelijk

geval moeten het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de

berichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.

Bep. grp gebruikers — om oproepen te beperken tot oproepen naar en van

een bepaalde groep personen (netwerkdienst)

Beveiligingsniveau — Selecteer Telefoon om iedere keer wanneer een

nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst, om de beveiligingscode te

vragen. Selecteer Geheugen om wanneer het SIM-kaartgeheugen is

geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen, om de

beveiligingscode te vragen.

Toegangscodes — om de beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code

of het blokkeerwachtwoord te wijzigen.

Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief

moet zijn.

Autoris.certificaten of Gebr.certificaten — om de lijst met

autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de

telefoon is gedownload.

Zie 'Browserbeveiliging', p. 48.

Inst. beveil.module — om Geg. beveil.module te bekijken, Verzoek PIN

module te activeren of de module-PIN en de ondertekenings-PIN te wijzigen.

Zie 'Toegangscodes', p. 9.